programma's
portal

2.1 Sociaal domein

Wat heeft het gekost?

Financieel overzicht

bedrag x € 1.000

Rekening

Begroting 2020

Rekening 2020

Saldo

Programma

2019

Primitief

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

2020

1.1 Geëscaleerde zorg 18+

42

47

84

37

47

77

33

44

-3

1.1 Maatwerkdienstverlening 18+

3.077

3.050

3.625

136

3.489

3.655

166

3.489

0

1.1 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

866

945

937

0

937

1.105

35

1.070

132

1.1 Volksgezondheid

1.082

1.151

1.151

43

1.107

1.150

43

1.107

0

1.1 Wijkteams

1.637

1.824

1.860

0

1.860

1.743

0

1.743

-117

1.2 Arbeidsparticipatie

495

538

587

0

587

261

0

261

-326

1.2 Begeleide participatie

913

859

952

0

952

899

0

899

-53

1.2 Inkomensregelingen

1.034

1.055

11.400

10.183

1.217

9.876

9.054

822

-395

1.3 Geëscaleerde zorg 18-

616

418

638

0

638

559

0

559

-79

1.3 Maatwerkdienstverlening 18-

5.950

5.812

6.498

0

6.498

6.238

0

6.238

-260

1.4 Samenkracht en burgerparticipatie

2.548

2.623

2.786

161

2.625

2.680

140

2.540

-85

Totaal saldo van baten en lasten

18.261

18.320

30.518

10.560

19.958

28.244

9.472

18.772

-1.186

Reservemutatie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Resultaat

18.261

18.320

30.518

10.560

19.958

28.244

9.472

18.772

-1.186

Belangrijkste begrotingsafwijkingen

1.1 Maatwerkdienstverlening 18+ (per saldo neutraal)
HBH en HBH PGB (nadeel lasten € 90.000)
Op het onderdeel HBH en HBH PGB is een nadeel ontstaan van € 90.000. Dit heeft te maken met een toenemende vraag naar Hulp bij het huishouden. In 2020 zijn 87 meer aanvragen afgehandeld dan in 2019. In 2020 betrof het aantal unieke klanten dat gebruik heeft gemaakt van hulp bij het huishouden 692. Dat zijn er 38 meer dan in 2019.  

Schuldhulpverlening (voordeel lasten € 36.500) (Budgetoverheveling)
Vanuit het Noodfonds Corona maatregelen is € 50.000 beschikbaar gesteld voor het bieden van schuldhulpverlening aan ondernemers. Op 1 oktober 2020 is er gestart met het bieden van deze schuldhulpverlening met een looptijd tot eind 2021. Voorgesteld wordt de resterende middelen van
€ 36.500 beschikbaar te houden zodat het bieden van schuldhulpverlening aan ondernemers conform afspraak, in 2021 voortgezet kan worden.  

Herziening van de dienstverleningsbijdrage (voordeel lasten € 43.700)
Bij de kostentoerekening 2020 van de dienstverleningsbijdrage is een verdiepingsslag gemaakt voor de verschillende taken (taakvelden) binnen het sociaal domein. Het gevolg hiervan is dat tussen de taakvelden bedragen verschuiven die (excl. BTW) budgettair neutraal zijn. Het voordeel dat per saldo ontstaat is € 97.000 minder kostenverhogende BTW. In dit taakveld leidt dit tot een voordeel van € 43.700.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (nadeel lasten € 21.000 en voordeel baten € 30.000) worden niet toegelicht

1.1 Maatwerkvoorzieningen (nadeel € 132.000)
Hulpmiddelen (nadeel lasten € 169.500)
Onder dit taakveld vallen de aanvragen woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen. Het nadeel is voornamelijk te verklaren vanwege de sterke stijging van toegekende woonvoorzieningen. Er zijn 124 woonvoorzieningen verstrekt. Dit zijn er 54 meer dan vorig jaar. Hier zit een aantal grote woonaanpassingen bij wat resulteert in hoge kosten. De voornaamste oorzaak is uiteraard meer en langer thuiswonende ouderen en de slechte doorstroom in de woningmarkt. Hierdoor zijn vaker woonaanpassingen nodig. Het aantal verstrekte rolstoelen en vervoersvoorzieningen is licht gedaald. Wel zijn er oude huurmiddelen vervangen voor nieuwe huurmiddelen met een hogere maandelijkse huurprijs.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 1.800 en voordeel baten € 35.000) worden niet toegelicht

1.1 Wijkteams (voordeel € 117.000)
Herziening van de dienstverleningsbijdrage (voordeel lasten € 127.700)
Bij de kostentoerekening 2020 van de dienstverleningsbijdrage is een verdiepingsslag gemaakt voor de verschillende taken (taakvelden) binnen het sociaal domein. Het gevolg hiervan is dat tussen de taakvelden bedragen verschuiven die (excl. BTW) budgettair neutraal zijn. Het voordeel dat per saldo ontstaat is € 97.000 minder kostenverhogende BTW. In dit taakveld leidt dit tot een voordeel van € 127.700.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (nadeel lasten € 10.500) worden niet toegelicht

1.2 Arbeidsparticipatie (voordeel lasten € 326.000)
Het verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de BTW teruggave Re-integratiekosten bij het BTW-compensatiefonds. Bij raadsbrief van 20 januari 2021 is de raad geïnformeerd over de achtergrond en de verwerking van deze teruggave in de jaarstukken 2020.

1.2 Begeleidende participatie (voordeel lasten € 53.000)
De Rijksvergoeding voor het aantal WSW’ers wordt betaald in een vaste vergoeding per WSW arbeidsplaats. Het Rijk maakt een schatting van de jaarlijkse uitstroom doordat WSW’ers de pensioengerechtigde leeftijd bereiken of verhuizen naar een andere gemeente. Deze schatting wijkt altijd af van de werkelijkheid. Een financieel voordeel ontstaat wanneer de uitstroom uiteindelijk hoger uitvalt dan van tevoren was ingeschat. Financiële voor- en nadelen komen ten bate dan wel ten laste van de gemeente. Het aantal WSW’ers wordt uitgedrukt in ‘standaard eenheden’. De Rijksvergoeding is gebaseerd op 32,7 standaardeenheden. Aan het eind van 2020 bedroeg het aantal standaard eenheden 31.   

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 12.600) worden niet toegelicht

1.2 Inkomensregelingen (voordeel € 395.000)
BUIG (voordeel lasten € 250.000)
In de zomer van 2020 is op basis van de toen beschikbare gegevens de inschatting gemaakt dat in de periode augustus t/m december 2020 het bestand bijstandsgerechtigden maandelijks met een aantal van 3 zou toenemen. Deze inschatting leidde toen tot een verhoging van de begroting met € 218.000. De genoemde bestandsontwikkeling heeft zich niet voorgedaan. Het aantal aanvragen voor bijstand is met 50% toegenomen maar het lukt nog steeds onze inwoners naar werk te begeleiden. Hierdoor is de verwachte stijging van het bestand bijstandsgerechtigden vooralsnog uitgebleven. Aan het eind van het tweede kwartaal 2020 bedroeg het aantal uitkeringen (PW, IOAW, IOAZ, Bbz) 231. In het derde kwartaal was dit 233 om uiteindelijk aan het eind van het jaar te eindigen op 238.
Dit resulteert in een voordeel van rond de € 100.000. Naar aanleiding van de definitieve beschikking van het Rijk is bij de Tweede Bestuursrapportage de begroting verhoogd met
€ 149.000. Om voornoemde reden bleek het niet nodig deze middelen in te zetten.  

Debiteuren (nadeel lasten € 22.400 , voordeel baten € 49.500)
Twee keer per jaar wordt beoordeeld in hoeverre vorderingen inbaar zijn. In 2020 is geconstateerd dat van het totale bedrag aan vorderingen ter grootte van € 1.325.500 een bedrag van € 22.400 oninbaar is (nadeel).  Verder is geconstateerd dat de hoogte van het bedrag aan dubieuze debiteuren gedaald is van € 292.700 naar € 243.200. De voorziening kan hierdoor verlaagd worden met € 49.500.

Minimabeleid: herziening van de dienstverleningsbijdrage (voordeel lasten € 79.700)
Bij de kostentoerekening 2020 van de dienstverleningsbijdrage is een verdiepingsslag gemaakt voor de verschillende taken (taakvelden) binnen het sociaal domein. Het gevolg hiervan is dat tussen de taakvelden bedragen verschuiven die (excl. BTW) budgettair neutraal zijn. Het voordeel dat per saldo ontstaat is € 97.000 minder kostenverhogende BTW. In dit taakveld leidt dit tot een voordeel van € 79.700.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 worden niet toegelicht

1.3 Geëscaleerde zorg 18- (voordeel lasten € 79.000)
Op het taakveld geëscaleerde zorg 18- (de inzet van de zgn. gecertificeerde instellingen) heeft zich in 2020 een lichte onderuitnutting voorgedaan. De daling komt met name doordat de trajecten korter duren en de rol van het lokaal team zowel voor opschaling als na afschaling actiever is. In 2021 wordt hier verder op ingezet met diverse acties in samenwerking met de onder andere gecertificeerde instellingen, Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en zorgaanbieders.  

1.3 Maatwerkdienstverlening 18- (voordeel lasten € 260.000)
Per saldo ontstaat een voordeel als gevolg van de afrekening over het jaar 2019. Echter
de kosten voor de specialistische jeugdhulp zijn dit jaar gestegen tot licht boven de opgehoogde begroting. De stijging van het nadeel is sinds 2018 wel afgevlakt. De stijging kent diverse oorzaken.

Er zijn diverse (jaarlijks terugkerende) opwaartse trends die hebben gezorgd voor de stijging. Er is sprake van kostenstijging doordat de tarieven in de jeugdhulp sneller stijgen dan de gemeentelijke index toelaat. Dit is met name een gevolg van CAO loonstijgingen in de sector. Gemeenten worden geacht reële tarieven te betalen, maar kunnen de prijsstijging niet bijbenen en worden hiervoor ook niet door het Rijk gecompenseerd. Het aantal cliënten in zorg groeit nog steeds en ook de lengte en zwaarte van bestaande trajecten blijft stijgen. Hier tegenover staat dat de uitstroom achter blijft. De ontwikkelingen rond Corona spelen hier zeker een rol in (die niet eenvoudig te kwantificeren is). Met name bij enkele grote (segment C) aanbieders is een forsere groei van de financiën te zien.

Vanaf 2018 zijn allerlei maatregelen ingezet om de kosten te beheersen en tegelijk passende en noodzakelijke hulp te blijven bieden. In het najaar van 2020 heeft het college een plan van aanpak gepresenteerd met de focus op 2021 en 2022 voor de jeugdhulp naar aanleiding van de motie jeugdhulp van de Raad. De nieuwe inkoop van de specialistische jeugdhulp per 2022 speelt ook een belangrijke rol in het krijgen van meer zicht en grip op de jeugdhulp, zowel inhoudelijk als financieel. In 2021 wordt extra gekeken naar de uitstroom van de jeugdhulp, omdat de instroom nog altijd hoger is dan de uitstroom. Eind 2020 zijn twee onderzoeken verschenen. Een lokaal onderzoek van Significant naar de kostenstijgingen in onze gemeente en een landelijk onderzoek naar de structureel benodigde middelen voor gemeenten van AEF in opdracht van het Rijk. Landelijk komen de gemeenten structureel ongeveer 1,7 miljard tekort. De reeds ingezette en aangekondigde acties in onze gemeente zijn in lijn met de aanbevelingen van het onderzoek van Significant en het landelijk onderzoek van AEF.

1.4 Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel € 85.000)
Inburgering (voordeel lasten € 40.000) (Budgetoverheveling)
Gemeenten hebben budget gekregen voor de ondersteuning en begeleiding van de groep inburgeringsplichtigen, die onder het huidige inburgeringsstelsel valt (de ondertussengroep). Met de extra middelen worden gemeenten in staat gesteld om inburgeringsplichtige asielstatushouders die niet onder het nieuwe stelsel vallen te ondersteunen en te activeren richting passend inburgeringsonderwijs. Het bereiken van deze doelgroep en inventariseren wat zij nodig hebben is (ook landelijk) lastiger en later op gang gekomen dan voorzien. Voorgesteld wordt om € 40.000 over te hevelen naar 2021 voor de ondersteuning en begeleiding van deze doelgroep.

Dak en Thuisloosheid (voordeel lasten € 18.000) (Budgetoverheveling)
In de 2e bestuursrapportage 2020 is een bedrag van € 18.000 voor het jaar 2020 (voor het jaar 2021 € 32.000) beschikbaar gesteld voor de uitvoering brede aanpak dak en thuisloosheid. Deze middelen zijn afkomstig uit de septembercirculaire 2020. In Q2 2021 is het Regioplan doordecentralisatie maatschappelijke opvang en beschermd wonen voor de regio Amsterdam-Amstelland gereed. Dit plan en de lokale doorvertaling geven richting aan de besteding van de extra middelen van beide jaren. Voorgesteld wordt € 18.000 over te hevelen naar 2021.

Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel lasten €48.400)
Voor verschillende onderwerpen (valpreventie, zorg op afstand, toegankelijkheid, eenzaamheid & depressie en mantelzorg) zijn de middelen niet in zijn geheel uitgegeven. De oorzaak hiervoor is hoofdzakelijk gelegen in de coronacrisis. Hierdoor konden geplande bijeenkomsten niet doorgaan, zijn projecten vertraagd en hadden ook onze maatschappelijke partners hun handen vol aan het omgaan met de crisis. Rond de zomer was er de hoop dat een aantal eerder geplande en extra taken en projecten konden worden opgepakt. Door de 2e golf en de daarmee samenhangende maatregelen konden veel activiteiten uiteindelijk alsnog geen doorgang vinden en was er geen tijd en ruimte voor extra taken en projecten.

Verlening Maatschappelijk overbruggingskrediet ESA BV € 31.900 (Budgetoverheveling)
Vanuit het Noodfonds Corona maatregelen is € 50.000 beschikbaar gesteld voor een overbruggingskrediet aan de ESA BV voor het in stand houden van De Oude Veiling. Dit overbruggingskrediet is verleend op grond van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Aalsmeer 2018 en de Nadere regels Maatschappelijk overbruggingskrediet Aalsmeer 2020. Dit betreft de periode van november 2020 tot en met juni 2021. De maanden november en december zijn ten laste gebracht van het boekjaar 2020. Voor de resterende periode in het jaar 2021 dient binnen het taakveld Samenkracht en burgerparticipatie een bedrag van € 31.900 te worden overgeheveld naar het jaar 2021.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (nadeel baten € 21.400) worden niet toegelicht.

Deze pagina is gebouwd op 07/01/2021 16:49:06 met de export van 07/01/2021 16:40:28