Bedrijfsvoering risico's
Met het gemeentelijke takenpakket is een begroting gemoeid met een uitgavenniveau primitieve begroting 2020 van € 93 miljoen. Dit takenpakket is zeer divers en de mate van beïnvloedbaarheid c.q. de inhoudelijke en financiële beleidsruimte voor het gemeentebestuur verschilt per onderdeel. Uiteraard zijn aan de uitvoering van dit takenpakket risico’s verbonden, maar in samenhang met de andere genoemde pijlers van duurzaam financieel beleid zijn deze risico’s voor het bestaande takenpakket beheersbaar en goed te managen.
Hierna volgt een opsomming van de bedrijfsvoering risico’s.
Garantstellingen
De gemeente Aalsmeer staat bij een aantal financiële instellingen garant voor hypothecaire leningen van woningbouwverenigingen. In totaal betreft het een bedrag van ruim € 16 miljoen. Het gaat hier om oude regelingen die niet onder de WSW vallen en op grond waarvan de gemeente borg staat voor leningen van de woningbouwcorporatie.
Voor GPA staat de gemeente Aalsmeer garant tot een bedrag van maximaal € 48,2 miljoen.
Met ingang van 1 juli 2015 is voor FC Aalsmeer een borgstelling verleend. De garantiestelling bedraagt op dit moment iets minder dan € 0,1 miljoen voor de investering in een kantine. In de gemeenteraadsvergadering van 27 februari 2020 is besloten om een garantiestelling voor de Windsurfclub Aalsmeer te verlenen ad € 175.000.
Het risico dat de geldnemers niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, zodat de gemeente Aalsmeer garant moet staan, is relatief klein. De financiële gevolgen kunnen echter wel omvangrijk zijn.
Bouwleges
De inkomsten uit bouwleges worden bepaald door de bouwactiviteiten binnen de gemeente. De geraamde inkomsten voor bouwleges zijn gebaseerd op de meerjarige planning van bouwactiviteiten. De realisatie kan van de planning afwijken, waardoor de inkomsten in een jaar afwijken van de begrote inkomsten, zowel in positieve als negatieve zin. De inkomsten aan bouwleges staan begroot op 2,6 miljoen voor 2021.
Bestemmingsplan- en handhavingsprocedures
De kans is altijd aanwezig dat de gemeente aangesproken wordt in het kader van bestemmingsplan- en handhavingsprocedures en dergelijke. De gemeente kan in dat geval te maken krijgen met bezwaren, rechtsprocedures en aansprakelijkstelling voor schade.
Economische ontwikkeling
De gemeentelijke inkomsten zijn afhankelijk van de economische ontwikkelingen. Een verandering in de economische ontwikkeling heeft via de uitkering uit het gemeentefonds, belastinginkomsten van bedrijven, bouwleges, bouwgrondexploitaties en dividendinkomsten een effect op de begroting Aalsmeer. Gezien de huidige economische ontwikkelingen ten gevolgen van de Covid-19 pandemie komen de inkomsten uit bijv. toeristenbelasting aanzienlijk onder druk te staan. Tegenover uitgaven als de TOZO en de BUIG staan echter ook weer (aparte) inkomsten vanuit het rijk. (Kortom meer uitgaven hoeft niet te betekenen dat het de gemeente ook meer gaat kosten.)
Open-einde-regelingen
Onder de gemeentelijke taken valt een aantal regelingen met een open einde. Dat betekent dat de gemeente verplicht is om in middelen te voorzien als mensen hier wettelijk recht op hebben, ook al staan hier beperkte inkomsten tegenover.
Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor veel nieuwe taken op de terreinen Zorg, Werk en Jeugd. Deze drie terreinen komen afzonderlijk aan de orde in Programma 1 Sociaal Domein. Met name op de decentralisatie Jeugd kampen veel gemeenten met grote tekorten. De hulpvraag en de behandelkosten lopen op. Onderzoek naar de grote en breed verspreide tekorten op Jeugd en intensief overleg hierover tussen Rijk en VNG heeft geresulteerd in extra incidenteel geld van Rijk, namelijk € 400 miljoen in 2019 en € 300 miljoen in 2020 en in 2021. De landelijke tekorten op Jeugd liggen in de orde van € 1 miljard. De tekorten behoren hiermee dus niet tot het verleden en het structurele beeld na 2021 is onzeker.
Specialistische jeugdhulp en jeugdbescherming (maatwerkdienstverlening 18- en geëscaleerde zorg 18-)
De afgelopen jaren zijn de kosten voor de jeugdhulp flink gestegen. Met name van 2017 naar 2018 was deze stijging fors. Inmiddels zien we dat de stijging van het nadeel afvlakt. Ondanks deze afvlakking en de genomen maatregelen blijven de jeugdhulp en jeugdbescherming de aandacht vragen. Er zijn diverse (jaarlijks terugkerende) opwaartse trends die zorgen dat de druk op de financiën blijft bestaan en daarmee ook de financiële risico’s. Er is sprake van kostenstijging doordat de tarieven in de jeugdhulp sneller stijgen dan de gemeentelijke index toelaat. Dit is met name een gevolg van CAO loonstijgingen in de sector. Gemeenten worden geacht reële tarieven te betalen maar kunnen de prijsstijging niet bijbenen en worden hiervoor ook niet door het Rijk gecompenseerd. Het aantal cliënten in zorg groeit nog steeds en ook de lengte en zwaarte van bestaande trajecten blijft stijgen. De ontwikkelingen rond Corona spelen hier zeker in mee en zullen ook doorwerken in 2021. Daarnaast is er een stijging te zien in dure zorgvormen, ondanks maatregelen om verwijzingen naar dure zorg vanuit de eigen toegang zeer kritisch te bekijken. Dit naast het algemene risico dat de maatwerkdienstverlening vanuit de Jeugdwet een open einde regeling is.
Vanaf 2018 zijn allerlei maatregelen ingezet om de kosten te beheersen en tegelijk passende en noodzakelijke hulp te blijven bieden. In het najaar van 2020 heeft het college een plan van aanpak gemaakt met de focus op 2021 en 2022 voor de jeugdhulp naar aanleiding van de motie jeugdhulp van de Raad gepresenteerd. De nieuwe inkoop van de specialistische jeugdhulp per 2022 speelt ook een belangrijke rol in het krijgen van meer zicht en grip op de jeugdhulp, zowel inhoudelijk als financieel. In 2021 wordt extra gekeken naar de uitstroom van de jeugdhulp omdat de instroom nog altijd hoger is dan de uitstroom. Het onafhankelijk onderzoek van Significant naar de kostenstijging van de jeugdhulp in Aalsmeer heeft bovenstaand beeld bevestigd. De gemeente is bezig met zinnige interventies om het zicht en de grip op de jeugdhulp te vergroten.
Gemeentefonds
Met een omvang van afgerond € 36,9 miljoen is de uitkering gemeentefonds verreweg het belangrijkste structurele algemene dekkingsmiddel van de gemeente. De hoogte en ontwikkeling van de uitkering gemeentefonds wordt bepaald via de ontwikkelingen van de Rijksbegroting (samen trap op, trap af) en is voor gemeenten niet beïnvloedbaar. In de bestaande meerjarenramingen van het rijk is een oplopende "opschalingskorting" tot en met 2025 opgenomen. Dit is een efficiency korting die op voorhand het gemeentefonds kort uitgaande van voordelen die gemeenten door schaalvergroting zouden kunnen verkrijgen. Naast de omvang van het gemeentefonds is ook de verdeling van belang. Periodiek worden delen van het gemeentefonds herijkt. De eerstvolgende herijking vindt volgens de huidige planning plaats per 2022. Het gaat om een algehele herziening van de bestaande objectieve verdeelmodellen. Dit omvat zowel de nieuw onderdelen van het sociaal domein als het klassieke gemeentefonds. Een belangrijk thema in de herverdeling is hoe omgegaan wordt met de inkomensverevening. Op dit moment vindt in het gemeentefonds verevening plaats op basis van 70% van de WOZ-waarde niet woningen en 80% van de WOZ-waarde woningen. Het volume van de verdeelmaatstaf is de achterliggende jaren (vanaf 1997) gegroeid met areaal en inflatie. Extra OZB-verhogingen van gemeenten zijn niet meegenomen in het volume van de verdeelmaatstaf. De exacte gevolgen van de herijking voor Aalsmeer zijn nog niet bekend. De plannen rondom verevening WOZ en volume aanpassing WOZ kunnen grote structurele (negatieve) gevolgen hebben voor Aalsmeer. Op basis van de voorlopige uitkomsten lijkt het risico mee te vallen.
Beheer Burgemeester Kasteleinweg
De Provincie Noord-Holland (PNH) heeft het dagelijks onderhoud van de N196 per 1 april 2016 overgedragen. De status van provinciale weg is daarmee komen te vervallen. Het definitieve eigendom van de weg wordt overgedragen, nadat de herinrichting van de weg en de aanleg van de busbaan hebben plaatsgevonden. De busbaan blijft in eigendom en beheer van de PNH. De bijdrage van PNH aan de gemeente Aalsmeer, voor het achterstallig onderhoud bedraagt € 0,875 miljoen en dit bedrag is in 2016 uitbetaald. Aan dit bedrag zijn voorwaarden verbonden over het bestedingsdoel.
De tijdelijke onderhoudskosten tot aan de afronding van de herinrichting van de Burgemeester Kasteleinweg zijn opgenomen binnen de totale kosten van deze herinrichting. Op 7 juli 2016 is voor het totale project inclusief het beheer en onderhoud tot en met de herinrichting een totaal krediet van € 5,1 miljoen ter beschikking gesteld. De planning was toen dat de werkzaamheden in 2018 zouden starten en in 2020 zouden worden afgerond.
In het najaar van 2018 heeft afstemming met de verschillende partijen plaatsgevonden en is de planning van de uitvoering geactualiseerd. Bij de Najaarsrapportage 2018 is het krediet opgehoogd met € 0,38 miljoen in verband met extra kosten die bij de kredietverlening niet waren voorzien. De planning van de uitvoering is geactualiseerd naar de periode 2020-2022.
De structurele onderhoudskosten van de nieuw ingerichte Burgemeester Kasteleinweg moeten in de meerjarenbegroting vanaf 2021 worden ingepast. De jaarlijkse onderhoudskosten worden geraamd op
€ 0,1 miljoen.
Dividenden
Er worden diverse dividenduitkeringen ontvangen. Het merendeel is afkomstig van Stedin. Meer informatie over de uitkeringen staat opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen. De definitieve dividenduitkering is altijd afhankelijk van de ontwikkelingen binnen het bedrijf zelf.
Doorontwikkeling Horizontaal toezicht (HT)
Begin 2020 heeft de Belastingdienst een brief gestuurd waarin is aangekondigd dat met ingang van 2023 alle bestaande HT-convenanten worden opgezegd. Inmiddels is bekend gemaakt dat organisaties alleen voor verlenging van een zo te noemen doorontwikkeld HT-convenant in aanmerking komen, indien de organisatie voldoet aan 6 geschiktheidscriteria: Transparantie, Werkrelatie, Strategie, Risicoanalyse, Monitoring en Gegevens derden.
Wanneer een organisatie een nieuw HT-convenant wenst te sluiten dan dient de organisatie een self-assessment uit te (laten) voeren, waaruit blijkt dat aan bovengenoemde geschiktheidscriteria voor het HT wordt voldaan. Binnen het doorontwikkeld HT komen alleen organisaties die aantoonbaar in control zijn, en voldoende fiscale beheersmaatregelen hebben doorgevoerd om fiscale risico’s te beheersen, nog in aanmerking voor het sluiten van een convenant.
Vennootschapsbelasting gemeenten
Om de risico’s te beheersen is afstemming gezocht met de Belastingdienst over het cluster “grondbedrijf” inclusief het grondbeheercomplex Greenpark Aalsmeer.
De Belastingdienst heeft aangegeven akkoord te zijn met de gehanteerde systematiek voor de fiscale uitwerking van het cluster Grondbedrijf. Jaarlijkse monitoring of een wijziging in de feiten, in een bepaald jaar, kunnen leiden tot een andere conclusie.
De ontwikkelingen rondom de belastingplicht voor afvalopbrengsten en reclame-inkomsten zijn nog aandachtspunten bij de VPB voor gemeenten. Voor wat betreft afval ontvangt de gemeente Aalsmeer slechts bedragen van Nedvang, die vooralsnog buiten de heffing wordt worden gehouden.
De ontwikkelingen rondom de reclame-inkomsten geven ons aanleiding deze mee te nemen in de aangiften. Bij ontvangst van de definitieve aanslag van de Belastingdienst zijn we voornemens bezwaar te maken. Zo voorkomen we ongewenste boetes/belastingrentes.
De aangiftes VPB-2016 t/m 2019 zijn ingediend bij de Belastingdienst. Voor het jaar 2016 is de definitieve aanslag VPB ontvangen van de Belastingdienst. Hierop is door ons een proforma bezwaar ingediend, welke nadien inhoudelijk nog is onderbouwd. Voor 2020 zijn er voorlopige aanslagen betaald om boetes/belastingrentes te voorkomen.
Actualisering van reeds bestaande en nieuwe bouwgrondexploitaties met een hoger opbrengstpotentieel hebben een directe invloed op een eventuele VPB last in de toekomst. Vooralsnog is dit een heel laag risico, omdat de actieve grondexploitaties samen ruim 15 miljoen negatief staan (zie voor uitgebreide toelichting paragraaf Grondbeleid).
Leges reisdocumenten en rijbewijzen
Met ingang van 9 maart 2014 is de maximale geldigheidsduur van reisdocumenten verhoogd van 5 naar 10 jaar. Dit betekent mogelijk een dip in de afgifte van reisdocumenten in de periode van 2019 tot 2024. Hierdoor is sprake van een tijdelijke teruggang in werkzaamheden voor het cluster Documenten en in de leges-inkomsten op het product reisdocumenten. Naar huidige inzichten is het niet noodzakelijk om aanvullende maatregelen daarvoor te treffen.
ICT en informatievoorziening
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ofwel de Europese privacy verordening is per 25 mei 2018 in werking getreden. Vanaf dat moment zijn de privacyregels verder aangescherpt en kan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zelfs boetes tot een maximum van € 20 miljoen opleggen in geval van overtreding van de regels met betrekking tot de omgang met persoonsgegevens. Ook de meldplicht datalekken vormt een onderdeel van de AVG. Bedrijven en overheden zijn hierdoor verplicht om een datalek te melden bij de AP en mogelijk bij alle getroffen individuen. De gemeente Aalsmeer heeft processen ingericht om de AVG wetgeving te borgen binnen de organisatie.
Informatieveiligheid
Om de data en de informatie in de systemen, waar de gemeente mee werkt, te beschermen worden de nodige adequate beveiligingsmaatregelen getroffen. Per 1 januari 2019 is de Baseline Informatieveiligheid Overheid (BIO) van kracht. Door de breedte en complexiteit van deze nieuwe regelgeving pakt de gemeente informatieveiligheid planmatig op. Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie uitgevoerd, een actieplan informatieveiligheid en privacy vastgesteld en het informatieveiligheidsbeleid getoetst. Een belangrijk onderdeel is bewustwording, waarbij gebruikers worden getraind om alert te blijven. Ook wordt er antivirus software ingezet en de firewall op orde gehouden. Desalniettemin vraagt het veilig houden van het netwerk en de systemen, vanwege de grote afhankelijkheid van de uitvoering van de werkzaamheden van digitale informatie en de vele dreigingen, de continue aandacht.
Overige ontwikkelingen Burgerzaken
Het juist vaststellen van de identiteit is een belangrijke taak die vanuit de centrale overheid aan Burgerzaken is toebedeeld en waar steeds meer de nadruk op komt te liggen. Een andere wettelijke taak is het voorkomen en opsporen van adresfraude. Door de economische groei in de MRA regio is sprake van een sterke toename van het aantal (her)vestigingen vanuit het buitenland. Dit heeft tot gevolg dat ook het aantal identiteitsvaststellingen en adresonderzoeken in front- en backoffice stijgt. Door deze ontwikkelingen is vanaf 2019 de corebusiness van Burgerzaken veranderd. Er is een afname te zien van werkzaamheden waarvoor leges kunnen worden gevraagd en een toename van werkzaamheden waar geen legesinkomsten tegenover staan. Op dit moment wordt in kaart gebracht welke consequenties dit zal hebben.
Het kabinet heeft het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten gevraagd voorstellen te doen die de positie van de arbeidsmigranten op de korte en (middel)lange termijn verbeteren. Aan het licht is gekomen dat er vaak sprake is van schrijnende situaties op het gebied van woon-, leef- en arbeidsomstandigheden. Het is afwachten wat de impact voor gemeenten is van de conclusies en aanbevelingen van dit rapport.
Btw
Sportvrijstelling
Het recht op vooraftrek van BTW die aan gemeente in rekening is gebracht over de kosten die toerekenbaar zijn aan het ter beschikking stellen van sportaccommodaties is vervallen per 2019. De rijksoverheid zal gemeenten in 2019 t/m 2023 voor dit nadeel compenseren via de nieuwe specifieke-uitkering Sport (SPUK).
Over het jaar 2020 is landelijk wederom meer aangevraagd dan er budget is (€ 188 miljoen), wat betekent dat de gemeente minder gecompenseerd wordt dan verwacht. De gemeente heeft een voorschot ontvangen van 79,97% van de aanvraag. Voor 2021 is landelijk € 182 miljoen beschikbaar.
Het BTW-nadeel waar de ESA mee wordt geconfronteerd ("hun BTW nadeel") is meegenomen in de SPUK aanvraag 2020 van de gemeente Aalsmeer.
Bouw- / projectgerelateerde risico's
In de gevallen dat de gemeente gebouwen en accommodaties BTW belast verhuurt is BTW op bouw- en verbouwingskosten terug te vorderen. Voorwaarde hierbij is – in geval van nieuwbouw – dat de verhuur gedurende een periode van 10 jaar voor 90% belast plaatsvindt. Indien deze BTW belaste verhuur in de werkelijkheid minder mogelijk blijkt, bestaat er een risico dat eerder teruggevorderde BTW moet worden terugbetaald.
Btw Labeling in administratie
In 2019 hebben wij u geïnformeerd over de resultaten van een intern onderzoek naar de wijze van administratieve verwerking van de btw. Hieruit is gebleken dat er correcties op de btw-aangiftes moeten plaatsvinden. Het nadeel dat hiermee samenhangt is in de jaarrekening 2019 verwerkt.
Als gevolg van recente rechtspraak met betrekking tot de BTW op reïntegratiekosten is eind 2020 een gewijzigde opstelling van de herziening 2014-2017 gestuurd aan de Belastingdienst. Het voordeel wat hiermee samenhangt is verwerkt in de jaarrekening 2020. Ook het voordeel over 2018 is hierin opgenomen. Dit is verwerkt in ons bezwaarschrift tegen de beschikking BCF 2018.
Van de Belastingdienst is nog geen reactie ontvangen op de door ons ingediende correcties en het ingediende bezwaarschrift.
Aanbestedingsrisico’s
Bij het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (o.a. renovatie-/nieuwbouwprojecten) wordt gebruik gemaakt van de markt. Door de aantrekkende bouw, het gebrek aan vakmensen bij de aannemers en de aangescherpte eisen voor nieuwbouw (BENG) per 1 januari 2021 zien we dat de marktsituatie wijzigt en dat prijzen zich naar boven ontwikkelen. De verwachting is dat door de Coronacrisis en stikstofproblematiek de prijsstijgingen wel enigszins getemperd zullen worden. Toch kan één en ander tot gevolg hebben dat de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen in de toekomst hoger zullen worden.
Nieuwe samenwerkingsafspraken met de gemeente Amstelveen
Op 10 december 2020 heeft de gemeenteraad het college opdracht gegeven om nieuwe samenwerkingsafspraken met de gemeente Amstelveen te maken. Met als doel om te komen tot een compacte wendbare Aalsmeerse organisatie. Voor de voorbereidings- en transitiekosten is voor twee jaar € 3 miljoen beschikbaar gesteld. Dit is exclusief eventuele frictiekosten en personele kosten van de nieuwe organisatie. De transitieperiode om te komen tot nieuwe samenwerkingsafspraken en tot een nieuwe Aalsmeerse organisatie brengen risico’s met zich mee. Met name het risico ten aanzien van de going concern van de bedrijfsvoering zien we als een aanzienlijk risico. Om dit risico te mitigeren zijn we in overleg met de gemeente Amstelveen. Op dit moment schatten we de risico’s ten aanzien van eventuele frictiekosten en overige kosten op zeer laag in. Derhalve is dit risico niet verdere financieel vertaald en is het risico als p.m. meegenomen in het risicoregister.
Benodigde risicobuffer bedrijfsvoering risico’s
Er is geen objectieve maatstaf voor het bepalen van de omvang van een incidentele buffer voor de structurele bedrijfsrisico's (m.n. gemeentefonds, beheer en onderhoud van de openbare ruimte en decentralisaties). Conform bestaand beleid wordt bij de berekening van de weerstandsratio voor normale bedrijfsvoeringsrisico's rekening gehouden met een bedrag corresponderend met 5% van het begrotingstotaal (uitgaven) van de gemeente (€ 93 miljoen), zijnde € 4,65 miljoen.